In de klas hebben we een rekenchallenge gedaan, met als doel de kinderen een gevoel geven voor het gewicht van 1 kilogram. Dit hebben ze gedaan door te experimenteren met verschillende voorwerpen. De regels van de challenge zagen er als volgt uit:
- Elke groepje kreeg een zakje waarin ze voorwerpen konden verzamelen.
- Het doel was om precies 1 kilogram aan voorwerpen in het zakje te stoppen.
- De kinderen mochten gedurende de activiteit één keer een referentiegewicht van 1 kilogram voelen om een beter idee te krijgen van het gewicht.
- Het was toegestaan om voorwerpen uit de klas te gebruiken, zoals boeken, speelgoed, schrijfmaterialen, etc.
- De zakjes mochten niet tussentijds gewogen worden, behalve bij de eindmeting en de ene keer dat ze het referentiegewicht mochten voelen.
- De kinderen werkten in kleine groepjes, zodat ze samen konden overleggen en beslissingen nemen.
Bij de eindmeting bleek dat slechts één groepje dicht bij het gewicht van 1 kilogram zat. De rest van de kinderen hadden allemaal minder dan 1 kilogram in hun zakjes. Dit toonde aan dat het inschatten van het gewicht zonder gebruik van een weegschaal een uitdagende taak was.